Skip to main content
PeopleSpiegeloog 400: Psychology & Writing

400 Uitgaven Spiegeloog: Een korte geschiedenis

By January 8, 2020April 7th, 2021No Comments

Laat het verleden achter je en kijk vooruit. Volgens menig Facebook- en Instagram-post is dat wat wij het liefste zouden doen. Maar eens in de zoveel tijd, wanneer er in die nabije toekomst een jubileum op de loer ligt, zetten wij onze hardloopgympen waarop wij al die tijd zo druistig verder stampten even in de kast om de weg die wij achter ons lieten nog eens vanuit de verte te bekijken en, in de beste gevallen, te bewonderen.

Laat het verleden achter je en kijk vooruit. Volgens menig Facebook- en Instagram-post is dat wat wij het liefste zouden doen. Maar eens in de zoveel tijd, wanneer er in die nabije toekomst een jubileum op de loer ligt, zetten wij onze hardloopgympen waarop wij al die tijd zo druistig verder stampten even in de kast om de weg die wij achter ons lieten nog eens vanuit de verte te bekijken en, in de beste gevallen, te bewonderen.

Spiegeloog uitgave honderd

Mijn geschiedenis bij Spiegeloog is nog maar van korte duur, maar het blad heeft al een lange, turbulente weg afgerond en arriveert deze maand bij haar vierhonderdste editie. Een mooie gelegenheid voor de redactie om terug te kijken, en voor mij als nieuw redactielid ook de ideale manier om kennis te maken met Spiegeloog. Na een zoektocht door de archieven is het gelukt om de eerste Spiegeloog, die in het voorjaar van 1973 uitkwam, tevoorschijn te halen. Het inmiddels vergeelde nummer met een simplistische lay-out bleek het beginpunt van een lange reeks aan edities vol opinies en nieuws vanuit alle hoeken van de ‘subfakulteit’.

Dat het blad 47 jaar later nog zou bestaan, leek toen nog niet zo vanzelfsprekend. Spiegeloog werd in het leven geroepen door Peter Utrecht, nadat meneer Meijer met pensioen ging. Meneer Meijer was de portier van het psychologie-lab en hij hield de studenten in de jaren voor zijn pensioen middels een tweewekelijks verschijnend mededelingenblad op de hoogte van alle ontwikkelingen binnen de afdeling. Utrecht besloot hier een maandelijks informatieblad van te maken. Over de naam van het blad hoefde hij niet lang na te denken, zijn buurmeisje wiens vader psycholoog was bracht hem met haar nog niet volledig ontwikkelde spraak op het idee. Het eerste nummer van Spiegeloog werd in maart 1973 werkelijkheid.

Het tweede nummer liet langer op zich wachten dan gepland. Wegens onder andere geldgebrek verscheen dit pas in november. De derde editie werd zes maanden later gepubliceerd en vanaf dat moment leek het Spiegeloog voor de wind te gaan. Totdat ze een jaar later alweer onder vuur kwam te liggen door een rapport van de ‘Evaluatiecommissie Subfakulteitsblad’. Spiegeloog zou volgens hen een ‘eenzijdig studentenblaadje zijn, vol insinuerende stukken en persoonlijke aantijgingen’ en een ‘links-activistisch bolwerk’ dat ‘studenten opzet tegen het establishment’ (Molenaar, 2005). De redactie stelde dat dit commentaar enkel kwam doordat de ietwat kritische houding van Spiegeloog bij sommige faculteitsleden in het verkeerde keelgat zou zijn geschoten. Ze besloot zich hier daarom niet bij neer te leggen en heeft er samen met de VSPA voor gezorgd dat Spiegeloog deze, en alle stormen die volgden, overleefde. Zo doorstond ze in 1983 opnieuw een dreiging met opheffing wegens bezuinigingen en moest ze, nadat Gebouwenbeheer met het idee was gekomen dat alle studentenorganen makkelijk in één grote kamer zouden passen, in 2004 vechten voor het behoud van haar eigen zelfstandige redactieruimte.

De vierhonderdste editie is vanzelfsprekend niet het eerste jubileumnummer dat er is verschenen van Spiegeloog. Voormalig redactieleden gingen mij in eerdere nummers voor met een terugblik naar het begin van de Spiegeloog-tijden. Zo schreef Joeri van Dalen, de eerste student-assistent van het blad voor de honderdste editie een artikel waarin hij terugblikt naar zijn tijd bij Spiegeloog. Hierin schrijft hij dat de stafleden het liefst hadden gezien dat Spiegeloog een neutraal personeelsblad of schoolkrant zou zijn, waarin niets dan goeds over de afdeling en haar stafleden geschreven zou worden, maar dat Spiegeloog juist werd opgericht met het doel om ‘het beleid van de subfaculteit en de machtsspelletjes daarbij kritisch te volgen’ (Van Dalen, 1983). Het was volgens Van Dalen de democratische taak van het blad om de studenten te voorzien van ‘informatie over het reilen en zeilen van de subfaculteit’ en zorgde de kritische noot van Spiegeloog voor een beetje democratie binnen de afdeling.

Ondertussen zingt Spiegeloog een kritisch toontje lager en is zij geëvolueerd in een kleurrijke, creatieve verzameling van onder andere artikelen, essays, opiniestukken, wetenschappelijke bijdragen en boekrecensies met een open, psychologische blik op de wereld binnen en buiten de faculteit. Door de jaren heen is er een hoop veranderd, maar twee dingen zijn hetzelfde gebleven: de terugkerende dreiging van het noodlot en Spiegeloogs vermogen om dit dreigende noodlot telkens de baas te zijn.

“Altijd dreigt het noodlot, maar Spiegeloog blijft dit telkens de baas”

De afgelopen periode heeft Spiegeloog opnieuw te kampen gehad met bezuinigingen vanuit het departement. Tegelijkertijd werd er nagedacht over hoe het tijdschrift futureproof en duurzaam zou kunnen blijven worden gemaakt. Na 47 jaar maandelijks naast de ingang van het psychologie gebouw te verschijnen, is er daarom besloten om Spiegeloog te verplaatsen naar de virtuele wereld. Twee vliegen in één klap, noemen we dat. Spiegeloog zet zo haar weg gewoon voort, met haar blik op de toekomst: op naar de volgende mijlpaal. <<

Bronnen

– Molenaar, J. (2005, oktober). 300 Nummers: een Terugblik. Spiegeloog, p. 4-5.
– Van Dalen, J. (1983, april). Dromen van de Duivel. Spiegeloog, p. 33-35.

Mijn geschiedenis bij Spiegeloog is nog maar van korte duur, maar het blad heeft al een lange, turbulente weg afgerond en arriveert deze maand bij haar vierhonderdste editie. Een mooie gelegenheid voor de redactie om terug te kijken, en voor mij als nieuw redactielid ook de ideale manier om kennis te maken met Spiegeloog. Na een zoektocht door de archieven is het gelukt om de eerste Spiegeloog, die in het voorjaar van 1973 uitkwam, tevoorschijn te halen. Het inmiddels vergeelde nummer met een simplistische lay-out bleek het beginpunt van een lange reeks aan edities vol opinies en nieuws vanuit alle hoeken van de ‘subfakulteit’.

Dat het blad 47 jaar later nog zou bestaan, leek toen nog niet zo vanzelfsprekend. Spiegeloog werd in het leven geroepen door Peter Utrecht, nadat meneer Meijer met pensioen ging. Meneer Meijer was de portier van het psychologie-lab en hij hield de studenten in de jaren voor zijn pensioen middels een tweewekelijks verschijnend mededelingenblad op de hoogte van alle ontwikkelingen binnen de afdeling. Utrecht besloot hier een maandelijks informatieblad van te maken. Over de naam van het blad hoefde hij niet lang na te denken, zijn buurmeisje wiens vader psycholoog was bracht hem met haar nog niet volledig ontwikkelde spraak op het idee. Het eerste nummer van Spiegeloog werd in maart 1973 werkelijkheid.

Het tweede nummer liet langer op zich wachten dan gepland. Wegens onder andere geldgebrek verscheen dit pas in november. De derde editie werd zes maanden later gepubliceerd en vanaf dat moment leek het Spiegeloog voor de wind te gaan. Totdat ze een jaar later alweer onder vuur kwam te liggen door een rapport van de ‘Evaluatiecommissie Subfakulteitsblad’. Spiegeloog zou volgens hen een ‘eenzijdig studentenblaadje zijn, vol insinuerende stukken en persoonlijke aantijgingen’ en een ‘links-activistisch bolwerk’ dat ‘studenten opzet tegen het establishment’ (Molenaar, 2005). De redactie stelde dat dit commentaar enkel kwam doordat de ietwat kritische houding van Spiegeloog bij sommige faculteitsleden in het verkeerde keelgat zou zijn geschoten. Ze besloot zich hier daarom niet bij neer te leggen en heeft er samen met de VSPA voor gezorgd dat Spiegeloog deze, en alle stormen die volgden, overleefde. Zo doorstond ze in 1983 opnieuw een dreiging met opheffing wegens bezuinigingen en moest ze, nadat Gebouwenbeheer met het idee was gekomen dat alle studentenorganen makkelijk in één grote kamer zouden passen, in 2004 vechten voor het behoud van haar eigen zelfstandige redactieruimte.

De vierhonderdste editie is vanzelfsprekend niet het eerste jubileumnummer dat er is verschenen van Spiegeloog. Voormalig redactieleden gingen mij in eerdere nummers voor met een terugblik naar het begin van de Spiegeloog-tijden. Zo schreef Joeri van Dalen, de eerste student-assistent van het blad voor de honderdste editie een artikel waarin hij terugblikt naar zijn tijd bij Spiegeloog. Hierin schrijft hij dat de stafleden het liefst hadden gezien dat Spiegeloog een neutraal personeelsblad of schoolkrant zou zijn, waarin niets dan goeds over de afdeling en haar stafleden geschreven zou worden, maar dat Spiegeloog juist werd opgericht met het doel om ‘het beleid van de subfaculteit en de machtsspelletjes daarbij kritisch te volgen’ (Van Dalen, 1983). Het was volgens Van Dalen de democratische taak van het blad om de studenten te voorzien van ‘informatie over het reilen en zeilen van de subfaculteit’ en zorgde de kritische noot van Spiegeloog voor een beetje democratie binnen de afdeling.

Ondertussen zingt Spiegeloog een kritisch toontje lager en is zij geëvolueerd in een kleurrijke, creatieve verzameling van onder andere artikelen, essays, opiniestukken, wetenschappelijke bijdragen en boekrecensies met een open, psychologische blik op de wereld binnen en buiten de faculteit. Door de jaren heen is er een hoop veranderd, maar twee dingen zijn hetzelfde gebleven: de terugkerende dreiging van het noodlot en Spiegeloogs vermogen om dit dreigende noodlot telkens de baas te zijn.

“Altijd dreigt het noodlot, maar Spiegeloog blijft dit telkens de baas”

De afgelopen periode heeft Spiegeloog opnieuw te kampen gehad met bezuinigingen vanuit het departement. Tegelijkertijd werd er nagedacht over hoe het tijdschrift futureproof en duurzaam zou kunnen blijven worden gemaakt. Na 47 jaar maandelijks naast de ingang van het psychologie gebouw te verschijnen, is er daarom besloten om Spiegeloog te verplaatsen naar de virtuele wereld. Twee vliegen in één klap, noemen we dat. Spiegeloog zet zo haar weg gewoon voort, met haar blik op de toekomst: op naar de volgende mijlpaal. <<

Bronnen

– Molenaar, J. (2005, oktober). 300 Nummers: een Terugblik. Spiegeloog, p. 4-5.
– Van Dalen, J. (1983, april). Dromen van de Duivel. Spiegeloog, p. 33-35.
Quinty Mars

Author Quinty Mars

More posts by Quinty Mars